Schuin tegenover het Torentje van onze minister-president staat het Haags Historisch Museum. Het is sinds 1986 gevestigd in het voormalige zeventiende-eeuwse gildehuis van de Sint-Sebastiaans Schutterij. Een kleine vier eeuwen geleden waren er schietbanen op het Tournooiveld om de hoek van het museum waar de schutters oefenden. Het museum besteedt veel aandacht aan de ‘800 jaar Macht van het Binnenhof’, met unieke voorwerpen. In de eerste zaal op de begane grond vind je onder het schilderij van ‘De Terechtstelling’ van Johan en Cornelis de Witt het meest lugubere museumstuk. In het  eikenhouten kistje zitten namelijk de geconserveerde tong van Johan en de gedroogde vinger van Cornelis de Witt. De ledematen van de twee broers die in 1672 publiekelijk zijn vermoord en opgehangen op de Plaats, werden tegen opbod aan de omstanders verkocht. De tong en de vinger zijn na de moord terechtgekomen bij medestanders van Johan en Cornelis die ze als relieken bewaarden. Wél aardig om te zien is de troon van koning Willem III en foto’s van de Prinsjesdag hoeden. In de tweede zaal op de begane grond is een maquette van het Binnenhof en een veel groter exemplaar met hier en daar een deurtje dat je kunt openen met een inkijkje in het verleden en heden van het Binnenhof. 

Daarnaast heeft het museum regelmatig wisselende tentoonstellingen, zoals die van de Haagse fotograaf Frederick Linck (1942-2020). De collectie toont het verval van de Haagse binnenstad in de zeventiger jaren met portretten van zijn buurtgenoten, daklozen en middenstanders, de Haagse Markt en de kermis op het Malieveld. Deze tentoonstelling is nog te zien tot en met 28 januari 2024. Het museum zelf heeft geen eigen café, maar een aanrader is de brasserie van het Mauritshuis op de andere hoek van de Korte Vijverberg. Ook de befaamde Denneweg is op loopafstand, je vindt hier tal van gezellige cafés en brasseries.

De tweede vaste expositie die in het museum wordt getoond is ‘Den Haag Vandaag’. Je ontdekt hoe de stad sinds de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel opnieuw opgebouwd moest worden en veranderde. Bekijk de schilderijen, maquettes, foto’s en films van het Den Haag vanaf 1945 tot nu. De derde vaste expositie is het grote poppenhuis uit 1910 op de eerste etage. Dit poppenhuis is gemaakt door Jonkvrouw Willemine Elisabeth Edzardine de Ranitz, ook wel ‘Lita’ voor vriendinnen (1876-1960). Zij werd geboren in de Haagse Archipelbuurt, haar vader was secretaris van Koning Willem III en later ook voor Koningin Emma. Zij speelde als kind al veel met poppen met haar vriendinnen en verzamelde haar leven lang poppenhuis spullen waarmee ze poppenkamers inrichtte. Lita heeft het huis zo echt mogelijk gemaakt met compleet ingerichte kamers, gedekte eettafels, elektrisch licht, een telefoon en een stofzuiger.

Een van de meest bijzondere objecten in de woonkamer is het miniatuur schilderij dat Floris Arntzenius (1864-1925) maakte van de Spuistraat. Het schilderijtje van 8,3 cm hoog en 5,8 cm breed was speciaal bedoeld voor het poppenhuis. In dezelfde zaal zie je in aparte vitrines een stoffenwinkeltje, een woonkamer, zitkamer met keuken, een grote keuken en een atelier. Lita zelf is in 1919 getrouwd met kunstschilder Willem Bastiaan Tholen, haar portret hangt tegenover het poppenhuis. Welke kunstschilders nog meer schilderijtjes voor het poppenhuis hebben gemaakt en alle andere kleine objecten ontdek je op het het interactieve informatiebord. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.